Nov 052011
 

          
Het begin |
Prinzessinnengarten is een initiatief van historicus Marco Clausen en filmmaker Robert Shaw. Geïnspireerd door de stadslandbouw in Havanna | Cuba, willen ze experimenteren met een nieuwe stedelijke levensstijl in hun eigen buurt in Berlijn. Prinzessinnengarten moet een groene idylle worden in de stedelijke hectiek van Kreuzberg, een plek om voedsel te verbouwen, kennis over te dragen en te relaxen. Ze laten hun oog vallen op een braakliggend terrein op Moritzplatz, op een steenworp afstand van zowel een drukke rotonde als van de voormalige Berlijnse muur. Het terrein is in bezit van het Liegenschaftfonds, een trust van de stad die panden en terreinen in bezit van de overheid in beheer heeft.

Ontwikkeling | Claussen en Shaw richten Nomadisch Grün op – een organisatie zonder winstoogmerk – en sluiten een overeenkomst voor tijdelijk gebruik van het terrein met het Liegenschaftfonds. Ze krijgen een contract voor een jaar, dat steeds met een jaar verlengd kan worden zolang de grond niet verkocht wordt, en betalen ruim € 2000 per maand voor het gebruik ervan. Tijdelijkheid is een gegeven en Prinzessinnengarten wordt opgebouwd als een mobiele tuin, verplaatsbaar indien nodig. Vanaf het allereerste begin moet het project zowel voorzien in de huur als in inkomen voor de initiatiefnemers. Het is een stadslandbouwproject met een sociale oriëntatie dat van meet af aan streeft naar een duurzame en onafhankelijke economische basis.

‘Wastelands host pioneer plants, they prepare for more complex families, in a literal and in a metaphorical sense’ | Marco Clausen

          
In de zomer van 2009 stellen ze het terrein open voor de buurt en beginnen met de schoonmaak ervan. Het kost geen moeite om buurtbewoners te betrekken, die komen uit zichzelf. Daarnaast zet Nomadisch Grün samenwerkingsverbanden op met vele lokale organisaties waaronder welzijns- en milieuorganisaties, het arbeidsbureau, dagbesteding voor gehandicapte jongeren etc.. Naast de open tuindagen worden educatieve en recreatieve activiteiten georganiseerd en een café-restaurant gerund. Alles op informele wijze en open voor het publiek. Er wordt groente verbouwd, bijen gehouden, er wordt werk gecreëerd en er ontstaat een aantrekkelijk verblijfsplek, die na een artikel in de New York Times in februari 2011, al snel ook toeristen aantrekt.

De tuin is een succes, (lokale) politici lopen af en aan, gaan er graag op de foto maar geven geen garanties of prioriteit aan het initiatief. Hoewel Kreuzberg een sympathiserende ‘Groene’ voorzitter heeft, heeft Nomadisch Grün weinig van de politiek te verwachten. Het Liegenschaftfund is geen onderdeel van de stedenbouwkundige dienst van de stad, maar valt onder financiën. Het fonds streeft naar verkoop van het terrein aan hoogte bieder, de politiek heeft daardoor geen regie over de ontwikkeling ervan. Ook in een ander opzicht zijn de bestaande verhoudingen niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van het initiatief. De tuin, die is opgezet zonder overheidsgeld, levert inmiddels een heel scala aan publieke services: Prinzessinnengarten voorziet in groen, bewonersparticipatie en communitybuilding, de productie van gezond voedsel en nieuwe recreatie mogelijkheden in de wijk. Vooralsnog staat daar niets tegenover.

Prinzessinnengarten is gaandeweg, in de woorden van Marco Clausen, een venster geworden dat zicht biedt op het vastgoed-beleid van de stad, de investeringspolitiek, en de uiteenlopende politieke belangen en motieven. De groep die zich heeft verbonden met de tuin begint stem te geven aan de wensen en belangen van bewoners ten aanzien van de ontwikkeling van het gebied. Zij maken aanspraak op het terrein en worden zich bewust van het gemis aan politieke zeggenschap en intermediairs om te bemiddelen tussen het individuele initiatief en de institutionele spelers. Ze nemen New York tot voorbeeld, waar in kringen van de Community Gardens afvaardigingen werden opgezet, zowel vanuit de tuinders als vanuit het bestuur, die elkaar weten te vinden bij verschillen van inzicht. Op het moment van mijn interview (november 2011) pakt Almende Kontor –eveneens een bottom-up organisatie – het op om de verschillende organisaties op het gebied van urban green in Berlijn te verbinden en de gezamenlijke belangen te verwoorden en behartigen. Het doel is om de krachten te bundelen en zichtbaar te worden in het publieke debat.

De middelen | Initiatiefnemers stoppen eigen geld in Nomadisch Grün, voor de tuin weten ze wat opstartgeld te werven en er worden inkomsten gegenereerd uit het restaurant. Ook verdienden Clausen en Shaw geld met het opzetten van (mobiele) tuinen elders, vooral bij scholen en universiteiten.

De situatie in december 2012 | Op het moment van het interview in november 2011 speelt sterk het besef dat het tijd is om het pleit op een hoger niveau te beslechten en dat daarvoor politieke steun nodig is. Het woord ‘tijdelijk’ gebruiken ze niet meer, de geïnvesteerde energie moet uitvloeien in een substantieel resultaat dat kan groeien. Nomadisch Grün en vergelijkbare organisaties hebben formele contacten nodig waarop ze kunnen vertrouwen, de initiatieven organiseren en verenigen zich en zetten zich in om gezamenlijk politieke steun te verwerven.
In december 2012 heeft Prinzessinnengarten internationaal bekendheid gekregen en is een inspiratiebron voor velen. Marco Clausen is inmiddels een veelgevraagd spreker op congressen over stedelijke ontwikkeling en spatial agency. In de zomer van 2012 is het boek Prinzessinnengärten. Anders gärtnern in der Stadt verschenen en in december 2012 besluit het Liegenschaftfonds om het terrein niet te verkopen maar over te dragen aan de deelgemeente Kreuzberg. De kans dat Prinzessinnengärten kan blijven is daarmee groot geworden. Prinzessinnengärten