Jan 262012
 

tekening Marcel van der Meijs

Het begin | Beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk reageert op eigen initiatief op de officiële lezing van de malaise in de Rotterdamse Afrikaanderwijk. De betreffende analyse richt zich op de slecht functionerende centraal gelegen markt in de wijk. Met Freehouse – het project dat zij voorstelt – wil ze voorzien in een democratische markt, waar verschillende groepen bewoners en gebruikers niet alleen zichtbaar worden maar waar zij actief aan deelnemen.

Ontwikkeling | De overheid heeft tot op dat moment vooral een beheersoplossing losgelaten op de markt waarbij hygiëne en veiligheid voorop staan. In de optiek van Van Heeswijk heeft dat bijgedragen aan de verschraling van het aanbod en de teruglopende verkoop, met als resultaat een markt waar niemand zich meer thuis voelt.

ontwerp marktkraam Dre Wapenaar | foto Tamar de Kemp

Van Heeswijk stelt voor de markt niet langer als het probleem te beschouwen maar als aangrijpingspunt voor de opbloei van de wijk. In Liverpool ontwikkelde ze eerder een urban landtrust, een collectief van huiseigenaren dat eigenaarschap koppelt aan het gezamenlijk plegen van onderhoud. Daarbij werden nieuwe bedrijfjes opgestart die bovendien werk boden aan betrokkenen. Ook in de Rotterdamse Afrikaanderwijk wil ze een nieuw economisch model ontwikkelen dat lokaal is en gebaseerd is op wederkerigheid. Een markt is bij uitstek een plaats van ontmoeting en uitwisseling. Ze stelt zich ten doel om lokale (culturele) productie te stimuleren en inventariseert wat er in de buurt al wordt gemaakt en aan talenten sluimert. Cruciaal is dat ze de bewoners niet langer aanspreekt als consument maar hen een perspectief als producent biedt. Door het aanwezige vakmanschap ter plekke in te zetten, kunnen bewoners deel nemen aan het economische proces op basis van wederkerigheid. Ze raken betrokken bij de markt en verwerven een mate van ‘ownership’. Eerder bood de geformaliseerde markt met z’n strenge regels ten aanzien van het ter plekke bereiden en verkopen van voedsel, daarvoor geen mogelijkheid. Maar als het Van Heeswijk lukt die regels versoepeld te krijgen, kan de mobiele keuken van Freehouse uitgroeien tot de Wijkkeuken van Zuid. Ook het aan de markt verbonden naaiatelier professionaliseert en biedt ruimte aan de vaardigheden van tot coupeuses opgeleide Marokkaanse vrouwen.

Familie Groenhart | foto Ramon Mosterd

Zo ontstaat een nieuw ondernemerschap in het teken van lokaal vakmanschap. Het toelaten van verschillende levende eetculturen op de markt, leidt tot een vorm van toe-eigening die het gevoel van thuishoren bevordert. Toe-eigening moet hier niet begrepen worden als het annexeren van fysieke ruimte, maar als het subjectief maken van de openbare ruimte. Het streven naar een schone, veilige en beheersbare markt – de heersende consensus – sluit veel uit. Met het opgeven van die neutraliteit – door verscheidenheid en verschillende belangen toe te laten –  wordt een maatschappelijk leven manifest dat veel diverser is dan de gemene deler, en dat ruimte biedt voor betrokkenheid.

De middelen | Freehouse combineert een stichting met een aantal kleinschalige bedrijfjes, zoals het naaiatelier en de wijkkeuken, die streven naar economische zelfstandigheid. Freehouse wordt ondersteund door diverse fondsen voor kunst, sociale cohesie en wijkontwikkeling.

De situatie in november 2012Freehouse uitgegroeid tot een politieke kracht, een nieuwe partij die in een convenant met de deelgemeente en woningbouwcorporatie Vestia, richting geeft aan het verdere traject van stedelijke vernieuwing van het gebied. Vestia is in de zomer van 2012 in ernstige financiële problemen geraakt. Het is nog onduidelijk wat dat voor de Afrikaanderwijk betekent. www.freehouse.nl

Radicalizing Local Production | tekening Marcel van der Meijs